Sri Lanka & de kracht van fairtrade

Fotocredits: Ernie Enkelaar

Fotocredits: Ernie Enkelaar

Overal groen, tempels met gigantische Boeddhabeelden, toeterende tuk tuks, kleurrijk wasgoed dat hangt te drogen in de zon. Vanuit ons busje kijk ik naar buiten en neem het allemaal in me op. Ik ben in Sri Lanka, een reis die Max Havelaar heeft georganiseerd voor een aantal journalisten en bloggers. Het voelt nog steeds een beetje onwerkelijk dat ik hier ben. Achter het stuur zit Newton, een oudere Sri Lankaan met de grootste glimlach die ons de rest van de week zal vergezellen tijdens de reis. Ons programma van die week is druk, maar veelbelovend. De eerste nacht slapen we in Colombo, en vertrekken meteen de volgende ochtend naar de eerste theeplantage.

De plantage die we bezoeken is de fairtrade Loinorn Tea Estate. Ik ben meteen onder de indruk van de schoonheid ervan; uitgestrekte groene heuvels met hier en daar een huisje. Als de auto stopt en we onze benen weer kunnen strekken loopt Judith van Max Havelaar richting een theeplant en plukt er een paar blaadjes vanaf. “Kijk, dit is nou thee!”, zegt ze. Ik drink iedere dag thee, en dit was de eerste keer dat ik een theeplant in mijn hand had. Vreemd eigenlijk.

We worden hartelijk ontvangen met een traditioneel ritueel door leden van de Joint Body. Dit is een commissie waarin het management en arbeiders van de plantage vertegenwoordigd zijn. De commissie beslist democratisch waar de fairtrade premies aan worden besteed. Ze vertellen ons trots over hun plantage, en de verbeteringen die ze de laatste jaren dankzij de fairtrade premies hebben doorgevoerd. We hebben de kans om vragen te stellen, en willen van alles van ze weten. Op de vraag wat voor hen de belangrijkste verbetering is antwoorden ze unaniem: dat hun kinderen goed onderwijs krijgen. Want al hebben ze het goed op de plantage, ze hopen dat hun kroost op een dag dokter zal worden, of zakenman.

Na de welkomstceremonie is het tijd om de theevelden in te gaan. In de velden zijn de plukkers al ijverig aan het werk. Het zijn voornamelijk vrouwen, gekleed in kleurrijke gewaden. Een aantal theepluksters lopen zodra ze ons zien naar beneden en komen een beetje aarzelend bij ons staan met een zak versgeplukte thee. Dit is het moment dat we foto’s kunnen nemen wordt ons verteld. Ik voel me een beetje ongemakkelijk om ze zomaar te fotograferen, willen ze dat wel? Langzaam komen er uit de velden steeds meer theepluksters aangelopen. Sommigen glimlachen verlegen, anderen stellen vragen als “what’s your name?” en “how old are you?”. De sfeer begint los te komen en er ontstaat wederzijdse nieuwsgierigheid. Als ik de vrouwen vraag of ik een foto mag nemen knikken ze allemaal ja, en poseren ze trots. Als ik ze de foto’s op het schermpje van mijn camera laat zien giechelen ze en willen ze allemaal op de foto. Er wordt gelachen, er worden complimenten gemaakt “you are so beautiful” en een aantal theepluksters vertellen hun verhaal. Hoeveel kinderen ze hebben, waar ze wonen en hoe lang ze al op de plantage werken. Het lichtelijk ongemakkelijke gevoel dat ik aan het begin had is verdwenen; deze mensen zijn trots op wat ze doen en hebben er plezier in om ons erover te vertellen.

Hetzelfde gevoel krijg ik als we het dorp bezoeken. We worden warm onthaald door de kinderen van het dorp die voor de gelegenheid hun mooiste kleren hebben aangetrokken. De huizen zijn klein en simpel, maar comfortabel en stuk voor stuk kleurrijk ingericht. Er hangen posters uit de jaren 80 aan de muur en de woonkamer staat vol met plastic stoelen. We krijgen pikzwarte thee met zoveel suiker dat je tanden er bijna van uitvallen. Wij moeten eraan wennen, maar zo drinken ze thee het liefste in Sri Lanka. 

Ook de rest van de week zien en leren we van alles. Dat witte, groene en zwarte thee van dezelfde theeplant komt bijvoorbeeld, alleen het productieproces is anders. En hoe kokosmelk en kaneel wordt gemaakt. Ik voel me soms net een Amerikaans kind dat denkt dat kip gewoon van de KFC komt. Het zijn stuk voor stuk producten die ik zoveel gebruik, maar waar ik het verhaal eigenlijk niet van ken. En ik weet dat ik niet de enige ben. Omdat producten van ver komen, hebben ze een zekere anonimiteit. Hetzelfde geldt voor de mensen die deze producten produceren. Het zijn mensen zonder gezicht, die ergens ver weg wonen, en producten maken die kant en klaar in onze supermarkten liggen. We kennen ze niet en hebben nauwelijks een beeld van hoe hun leven eruit ziet.

Toen ik na mijn reis mijn ervaringen deelde, merkte ik een wat kritische houding wat betreft fairtrade bij een aantal mensen in mijn omgeving. Ik snap het - we worden als consument zo vaak ingepakt met mooie woorden, dat het soms lastig is om te weten wie we nog kunnen vertrouwen. Ik denk terug aan alle mensen die ik heb ontmoet tijdens de reis. De boeren die voor fairtrade plantages werken wonen niet in grote huizen en hebben geen dure auto’s voor de deur. Maar ze krijgen een redelijk salaris, hun kinderen gaan naar school en ze hebben mogelijkheden om te groeien. Ze zijn trots op hun werk en hebben vertrouwen in vooruitgang en de toekomst. Het zijn kleine stapjes, maar als we daar niet mee beginnen zal er nooit iets veranderen. Het is goed om kritisch te zijn, dat houdt organisaties scherp. Maar een cynische ‘ik doe nergens aan mee, want het lost toch niets op’ houding is iets waar ik zeker niet in geloof.

Gelukkig wordt het voor ons consumenten de laatste jaren steeds makkelijker om voor fairtrade producten te kiezen. Populaire bedrijven als Tony’s Chocolonely, Ben & Jerry’s en zelfs Starbucks zien steeds meer het belang van eerlijke handel. En fairtrade is een wisselwerking; het werkt alleen als bedrijven en consumenten ook bereid zijn de eerlijke en duurzaam verhandelde producten te (ver)kopen. Dus, wat ik hier eigenlijk mee wil zeggen is dit: als je chocolade haalt, doe het dan goed. Ga voor een Tony’s Chocolonely reep (met karamel en zeezout)! En dat geldt natuurlijk voor alle andere producten waar je een eerlijke keuze kan maken.

Bedankt Judith en Jonne voor het organiseren van deze mooie reis. Maura (Yellow Lemon Tree), Ingrid (For the Love of Pie) en Carlijn (CarlijnClaire), wat was het gezellig! En last but not least - fotograaf Ernie (Ernie Enkelaarvoor de prachtige foto's en het beschermen van z'n angels ;)

Geroosterde spruitjes met Parmezaan & pancetta

Geroosterde spruitjes met Parmezaan & pancetta
Geroosterde spruitjes met Parmezaan & pancetta

In een ver, ver verleden vond ik koriander naar zeep smaken, lustte ik alleen maar zoete witte wijn en vond ik spruitjes te bitter. Tegenwoordig gooi ik het liefste overal koriander door, kan ik geen slok zoete witte wijn meer door m’n keel krijgen, en heb ik een soort verslaving ontwikkeld voor spruitjes. Grappig hoe je smaak verandert met de jaren. Ik keek laatst een programma van de BBC waarin werd verteld dat je dingen die je niet lust zeven keer moet proeven – vanaf dat moment begint je smaak te veranderen. Nu heb ik niet precies geteld hoeveel glazen rode wijn het heeft gekost voordat ik de smaak ging waarderen, maar dat zouden er inderdaad best zeven geweest kunnen zijn.

Enfin, vandaag gaan we het hebben over spruitjes. Want ook als je jeugdtrauma’s hebt opgelopen aan deze groene balletjes, is dit het moment om ze weer eens een kans te geven. Dit recept is snel, makkelijk te maken en heel lekker. Door de spruitjes op hoge temperatuur te roosteren in de oven worden ze een beetje zoet en beginnen de randjes te karameliseren. De pancetta en Parmezaanse kaas zijn een zoute tegenhanger en de rozemarijn maakt het gerecht fris. Je kan de spruitjes eten als bijgerecht, met bijvoorbeeld aardappeltjes en vis. Je kan er ook een salade van maken als je er rucola en een dressing met citroen en olijfolie aan toevoegt. Of je kan alles in je eentje opeten (dat is wat ik meestal doe) - en dan zit je goed vol kan ik je vertellen. Kies zelf maar.

Geroosterde spruitjes met Parmezaan & pancetta

Ingrediënten, bijgerecht voor 2 personen (of hoofdgerecht voor 1 persoon)

350 gram spruitjes, schoongemaakt
4 el olijfolie
1 takje verse rozemarijn
75 gram pancetta of spek, in blokjes
handje Parmezaanse kaas
1 tl balsamico azijn
1 tl honing
zout + peper

Bereiding


Verwarm de oven voor op 220 graden. Halveer de spruitjes, leg ze op een bakplaat en vermeng ze met 2 el olijfolie, zout, rozemarijn en de pancetta. Rooster de spruitjes 15 minuten in de oven. Meng in een kommetje 2 el olijfolie, de honing, balsamico azijn en zout + peper. Haal de spruitjes uit de oven, giet er het honing-balsamico mengel overheen en roer om. Strooi er vervolgens de Parmezaanse kaas overheen en zet de spruitjes nog ongeveer 10 minuten in de oven totdat ze zacht van binnen en goudbruin van buiten zijn (de randjes mogen best een beetje donker en knapperig zijn, dat maakt het extra lekker).  Breng op smaak met zout en peper en evt. een beetje olijfolie.


Paarse gnocchi met gebruinde boter & knapperige salie

Paarse gnocchi met gebruinde boter en knapperige salie
Paarse gnocchi met gebruinde boter en knapperige salie

Ik zal maar meteen met de deur in huis vallen: zelfgemaakte gnocchi is iets waar best een beetje geduld en aandacht bij komt kijken. Het is absoluut niet moeilijk te maken, maar al met al ben je wel even bezig voordat je kan genieten van deze Italiaanse favoriet. En toch vind ik het zeker de moeite waard om me er zo nu en dan aan te wagen. Want de gnocchi die je in de supermarkt koopt, nee, die smaakt echt niet hetzelfde als wanneer je hem zelf maakt.

Toen ik een tijdje geleden op Pinterest een plaatje van paarse gnocchi tegenkwam was ik op slag verliefd. Deze gnocchi wordt gemaakt met truffelaardappel – een donkerpaarse aardappel met een wat nootachtige smaak (en dus geen truffelsmaak, helaas). Het paarse deeg is prachtig, en de gnocchi zien er eigenlijk meer uit als snoepjes dan als aardappelpasta. Jammer genoeg wordt de paarse kleur na het koken minder (dus vergeet niet een foto te maken voordat ze de pan ingaan), maar dan is er gelukkig nog de smaak om het goed te maken. Gnocchi wordt meestal geserveerd met een simpele saus om de subtiele smaak tot zijn recht te laten komen. Dit recept met gebruinde boter (ook wel ‘beurre noisette’ in het Frans) met knapperige salie is een klassieker. En als je het proeft begrijp je waarom.

De laatste weken was het wat rustig op mijn blog, maar ik heb niet stilgezeten. In december heb ik met Max Havelaar een prachtige reis gemaakt door Sri Lanka waar ik heb kunnen zien en ervaren wat de kracht is van fairtrade (verslag hiervan volgt binnenkort). Ik heb recepten geschreven voor Jamie Magazine en hard gewerkt aan de nieuwste editie van Just Be It die in februari zal verschijnen. Daarnaast sta ik in de keuken bij Mossel en Gin en doe ik zo nu en dan een cateringklus. Ik vind het heerlijk om zoveel met koken bezig te zijn en hoop dit in de toekomst nog meer te kunnen doen. Ik ontmoet steeds meer mensen met dezelfde passie, ontdek veel op het gebied van voeding en leer constant door te experimenteren met nieuwe ingrediënten en gerechten (en nee, dat gaat heus niet altijd meteen goed ;0). En natuurlijk blijf ik ook in dit nieuwe jaar mijn favoriete recepten delen op Cuisine de Clementine, zodat jullie een beetje kunnen meegenieten.

Bon appétit!

Paarse gnocchi met gebruinde boter en knapperige salie

Paarse gnocchi met gebruinde boter en knapperige salie

Ingrediënten, voor 4 personen

500 gram truffelaardappelen (te koop op de markt of in de grotere supermarkten)
1 ei
140 gram bloem
Zout
Schil + sap van 1/2 citroen
7 el gezouten boter
4 el kokend water
Flink bosje verse salie
2 el gedroogde chilipepers
Parmezaanse kaas
Zout + peper
Rucola
Olijfolie

Bereiding

Maak de gnocchi: doe de truffelaardappelen (met schil) in een pan, vul deze met koud water en kook de aardappelen in ongeveer 30 minuten gaar. Laat de aardappelen een beetje afkoelen, schil ze (ja dat is best een klusje) en verwijder eventuele plekjes. Stamp de aardappelen tot een zo fijn mogelijke puree, totdat er (echt bijna) geen klontjes meer inzitten.

Doe de puree in een kom, voeg een flinke snuf zout, 100 gram Parmezaanse kaas, het ei, en de helft van de bloem toe. Kneed dit net zo lang totdat het een geheel vormt, en voeg vervolgens de rest van de bloem toe. Blijf kneden totdat je een egaal paars deeg hebt. Mocht het te plakkerig blijven, dan kan je wat extra bloem toevoegen. Snijd de bol in vier gelijke delen en maak er lange ‘rollen’ van met ongeveer een diameter van 2 centimeter. Snijd met een mes kleine stukjes van de rol, ongeveer zo breed als je duim. Zo krijg je een heleboel kleine gnocchi die de vorm hebben van kussentjes. Hou de gnocchi tussen duim en wijsvinger, pak een vork en druk deze zacht op de bovenkant, zodat er een reliëf ontstaat. Doe dit bij alle gnocchi (en ja, ook dit is best een klusje maar je moet er wat voor over hebben ;)). Kook de gnocchi vervolgens gedurende 1 minuut in een ruime pan met kokend water (laat ze in 4 porties in de pan zakken zodat ze niet aan elkaar plakken), totdat ze boven komen drijven en schep ze met een schuimspaan uit de pan op een bord.

Verhit in een grote koekenpan 1 el boter. Leg de salieblaadjes erin en bak deze ongeveer 1 minuut totdat ze donkergroen kleuren. Leg ze apart op een stukje keukenpapier (als ze afgekoeld zijn worden ze knapperig). Verwarm vervolgens de rest van de boter in de koekenpan totdat de boter licht goudbruin kleurt (let op dat hij niet verbrandt). Voeg vervolgens het kokende water, de geraspte citroenschil en de chilipepers toe. Leg de gnocchi erin en bak deze op hoog vuur gedurende ongeveer 4 minuten in de botersaus. Breng op smaak met zout + peper.  

Besprenkel de rucola met wat citroensap en olijfolie en verdeel deze over de borden (klein handje per bord). Leg de gnocchi erop met wat botersaus, besprenkel met Parmezaanse kaas en verkruimel de salie erover. Meteen serveren! 

CAFÉ BRULOT- GEFLAMBEERDE KOFFIE MET SINAASAPPEL & SPECERIJEN

Café Brulot - geflambeerde koffie met sinaasappel & specerijen
Café Brulot - geflambeerde koffie met sinaasappel & specerijen

De laatste weken hebben in het teken gestaan van het meest geliefde (en stiekem ook gevreesde) diner van het jaar; het kerstdiner. Lekker eten is natuurlijk erg belangrijk, maar ook de drankjes verdienen wat extra aandacht - het is immers maar één keer per jaar kerst.

Ik drink niet vaak koffie, maar voor deze heerlijke ‘café Brulot’ maak ik graag een uitzondering. Dit traditionele Franse drankje is absoluut een perfecte afsluiter van een kerstmaaltijd. De kruidige cognac wordt geflambeerd en afgeblust met koffie, wat er natuurlijk best spectaculair uitziet. Ik kan je dan ook aanbevelen om deze ‘show’ op te voeren in het bijzijn van je gasten (niet in paniek raken door de vlam, die dooft vanzelf). Serveer de koffie direct in mooie glaasjes met wat slagroom en je kerstdiner is helemaal af. En dan nu echt…Joyeux Noël à tous!

Café ‘Brulot’ - geflambeerde koffie met sinaasappel & specerijen

Café Brulot- geflambeerde koffie met Sinaasappel & specerijen

Ingrediënten, voor 4 personen

schil van 1 sinaasappel
5 kruidnagels
1 kaneelstokje
6 klontjes rietsuiker
6 cl cognac
4 kopjes hete espresso
(zelfgeklopte) slagroom om te serveren

Bereiding

Prik de kruidnagels in de sinaasappelschil. Verwarm op laag vuur de  cognac, suiker, kaneel en sinaasappelschil totdat de suiker is opgelost. Verwijder de sinaasappelschil en het kaneelstokje. Flambeer de cognac in de pan (met een lucifer aansteken) gedurende ongeveer 30 seconden en blus af met de hete koffie. Serveer met een beetje slagroom.